Het is alweer april en het seizoen gaat in een vliegende vaart vooruit. We hebben een amper winter gehad en daardoor loopt het ontzettend vooruit op het normale natuurschema. Alles groeit en bloeit, de sneeuwklokjes zijn uitgebloeid, de eerste vaste planten beginnen alweer te bloeien en daarnaast is het ook weer tijd voor onkruid.
In een natuurlijk tuin is onkruid een apart verhaal; onkruid bestaat eigenlijk niet. Het zijn eigenlijk allemaal planten die op plekken groeien waar je ze niet wilt hebben, die kun je gemakshalve als onkruid aanduiden. Wat we dan doen is sowieso nooit spitten of schoffelen. Wat we doen is wieden. Waarom? Omdat je heel nauwgezet planten weghaalt, of de zaailingen weghaalt die je niet wilt. Dat is van belang omdat je zo de natuurlijke diversiteit die op plekken ontstaat, een kans geeft. En de planten die je erin hebt gezet niet beschadigd met allerlei gereedschap. Gevolg is dat wieden een leuk klusje is; in plaats van onkruid uit te roeien ben je bezig om je tuin vorm te geven. Dat is waar het met natuurlijk tuinieren onder andere om gaat.
De tuin is elk jaar anders, dus de borders en de beplanting ook. Bij het wieden verwijder je de planten waarvan je zeker weet dat je ze daar niet wilt hebben. De rest laat je staan. Als je twijfelt omdat je bijvoorbeeld een plantje niet herkent; laat het staan. Als het wat groter is over een paar weken of na een paar maand, dan kun je alsnog kijken of je het wilt laten staan of toch eruit wilt halen. Als je de treur van de zwarte aarde toepast, dan heb je al die mogelijkheden niet en mis je heel veel natuurlijke variatie, die vaak spontaan in je tuin ontstaat. Dus mijn advies: wieden. Heel veel succes gewenst.